Om het risico op financiële problemen voor uw nabestaanden te verkleinen als u komt te overlijden, kan u een lijfrenteverzekering afsluiten via een verzekeraar of bank. Wanneer u overlijdt, ontvangen uw nabestaanden lijfrente. Doordat zij dan meer financiële middelen tot hun beschikking hebben, kunnen zij het hoofd boven water houden en zich richten op de emotionele verwerking van het verlies. Wat houdt nabestaandenlijfrente in en wanneer u ontvangen nabestaanden deze lijfrente?
Nabestaandenlijfrente afsluiten met lijfrenteverzekering
Met een lijfrenteverzekering zorgt u ervoor dat uw nabestaanden niet in financiële problemen komen wanneer u plotseling komt te overlijden. Middels een maandelijkse premie bouwt u kapitaal voor hen op. Deze verzekerde lijfrente wordt middels periodieke uitkeringen aan uw nabestaanden betaald, zodat zij een extra inkomen ontvangen om zonder zorgen verder te leven na uw overlijden. Uw partner kan ook voor u een nabestaandenlijfrente afsluiten, zodat u en eventuele kinderen lijfrente na overlijden ontvangen indien hij of zij komt te overlijden. De lijfrente die uw overleden partner voor u heeft opgebouwd, zorgt dan voor financiële zekerheid.
Een nabestaandenlijfrente via een lijfrenteverzekering voor uw nabestaanden regelen is voornamelijk interessant wanneer u bijvoorbeeld verantwoordelijk bent voor het inkomen in huis en uw partner zich focust op het huishouden of de kinderen. In het geval u komt te overlijden, is uw partner vaak niet in staat plotseling alle maandelijkse kosten te betalen. Dit zou een gedwongen verhuizing als gevolg kunnen hebben. Met de verzekerde nabestaandenlijfrente zou dit zo veel mogelijk voorkomen kunnen worden, doordat er meer inkomen beschikbaar blijft.
Lijfrenteverzekering via bank of verzekeraar
Er zijn twee manieren waarop u nabestaandenlijfrente voor uw nabestaanden kan regelen:
Bij bancaire lijfrente sluit u een lijfrenteverzekering af bij een bank en bij lijfrente via een verzekeringsmaatschappij sluit u de lijfrenteverzekering af bij een verzekeringsmaatschappij. Bij beide regelt u een lijfrente uitkering bij overlijden van uzelf. Er zijn echter verschillen in de wijze waarop de nabestaandenlijfrente kan of moet worden uitgekeerd.
Looptijd uitkering nabestaandenlijfrente
Ontvangt u als nabestaande lijfrente? Dan gaat de uitkering over het algemeen binnen ruim 2 jaar na overlijden in en heeft de uitkering van deze nabestaandelijfrente een looptijd. Hiervoor heeft de Belastingdienst voorwaarden opgesteld. Voor de lijfrente uitkering na overlijden wordt gekeken naar de relatie van de nabestaande tot de overledene. De looptijd van de verzekering kan een einddatum hebben, bijvoorbeeld tot de dertigste verjaardag van de begunstigde. Ook kan er een minimale looptijd zijn of een levenslange looptijd.
In de onderstaande tabel staan de minimale looptijd en de eventuele einddatum van de uitkering weergegeven:
Relatie tot de overledene | Uitkeringsduur bij bancaire lijfrente | Uitkeringsduur bij lijfrenteverzekering |
---|---|---|
Kind, kleinkind of achterkleinkind | Minimaal 5 jaar voor 30e verjaardag, tot 30e verjaardag of minimaal 20 jaar* | Tot 30e verjaardag of levenslang |
Partner of ex-partner | Minimaal 5 jaar | Vrije keuze en 1% sterftekans** |
Vader, moeder, opa, oma, overgrootvader of overgrootmoeder ouder dan 30 jaar | Minimaal 20 jaar | Levenslang |
Vader of moeder jonger dan 30 jaar | Minimaal 5 jaar voor 30e verjaardag, tot 30e verjaardag of minimaal 20 jaar.* | Tot 30e verjaardag of levenslang |
Broer of zus jonger dan 30 jaar | Minimaal 5 jaar voor 30e verjaardag, tot 30e verjaardag of minimaal 20 jaar.* | Tot 30e verjaardag of levenslang |
Broer of zus ouder dan 30 jaar | Minimaal 20 jaar | Levenslang |
Oom of tante jonger dan 30 jaar | Minimaal 5 jaar voor 30e verjaardag, tot 30e verjaardag of minimaal 20 jaar.* | Tot 30e verjaardag of levenslang |
Oom of tante ouder dan 30 jaar | Minimaal 20 jaar | Levenslang |
**Er moet een sterftekans van minstens 1% zijn gedurende de looptijd van de uitkering. Op basis daarvan bepaalt de verzekeraar de minimale looptijd van de uitkering.
Partner met een ANW-uitkering
Heeft uw partner een ANW-uitkering en komt u te overlijden? In dat geval is er sprake van een bijzonder geval en geldt er een uitzondering. Het is in dat geval mogelijk dat de nabestaandenuitkering uitgesteld wordt, bijvoorbeeld op het moment dat het financieel nog niet nodig is om daar gebruik van te maken. Wat dat betreft kunt u op een flexibele manier omgaan met de nabestaandenlijfrente op het moment dat er sprake is van een ANW-uitkering. In alle andere gevallen is er minder flexibiliteit beschikbaar en dient u er rekening mee te houden dat u voor de uitkering aan bepaalde voorwaarden gebonden bent.
Nabestaandenlijfrente: Belastingdienst en fiscale voordelen
Wilt u gebruikmaken van een nabestaandenlijfrente en heeft u daarvoor een bancair product of verzekeringsproduct afgesloten? Dan zal u periodiek een inleg moeten doen. De inleg voor deze verzekering kan u van uw belastbare inkomen aftrekken om vervolgens kapitaal op te bouwen in Box 1 van de Belastingdienst. Op het moment dat u inlegt, betaalt u er dan geen inkomstenbelasting over. Hierdoor heeft u de mogelijkheid om uw belastbare inkomen te drukken. Dit scheelt afdracht van belasting voor uzelf.
De verzekeraar of bank gaat nabestaandenlijfrente uitkeren aan uw nabestaanden wanneer u bent overleden. Dan moeten zij hierover belasting afdragen. Doordat u er dus geen inkomstenbelasting over betaalt, betalen uw nabestaanden dit dus wel. Indien de inkomstenbelasting die de ontvanger betaalt lager is, kan er een aantrekkelijk belastingvoordeel worden behaald. Het is in ieder geval belangrijk dat de bruto uitkeringen voldoende hoog moeten zijn om voor voldoende netto inkomen te zorgen. Dit berekent u door het bruto inkomen te verminderen met de te verwachten inkomstenbelasting. Op die manier kan u berekenen of de nabestaandenlijfrente voor een goed netto inkomen zorgt, waarmee uw nabestaanden financieel rond kunnen komen.
Overlijdensrisicoverzekering als alternatief
Overweegt u nabestaandenlijfrente te regelen, maar bent u er niet zeker van of dit de beste optie voor u is? Dan is er een alternatief mogelijk: de overlijdensrisicoverzekering (ORV). Ook deze verzekering sluit u af om financiële problemen voor uw nabestaanden te voorkomen. Vaak gaat een ORV gepaard met een hypotheek, maar het is ook mogelijk om deze te gebruiken om extra inkomen voor uw partner of kinderen te garanderen wanneer u komt te overlijden. Er zijn enkele verschillen tussen de overlijdensrisicoverzekering en nabestaandenlijfrente:
Nog geen Overlijdensrisicoverzekering?
Bied financiële bescherming aan uw nabestaanden in het geval van overlijden. Vergelijk en sluit af.
De premie die u voor de overlijdensrisicoverzekering betaalt is dus niet aftrekbaar voor de belasting. De premie voor de nabestaandenlijfrente is dit wel. Hierdoor kan u bij een ORV niet genieten van fiscale voordelen, maar wanneer uw nabestaanden de uitkering ontvangen, wordt deze niet belast. Er zijn daarnaast verschillende varianten van overlijdensrisicoverzekeringen af te sluiten: gelijkblijvend, lineair dalend en annuïtair dalend.
Een ander verschil is de manier van uitkeren. U kiest met een nabestaandenlijfrente voor een periodieke uitkering, die terecht zal komen in box 1. Met een overlijdensrisicoverzekering zorgt u voor een eenmalige uitkering die bij de begunstigde als vermogen in box 3 terecht zal komen. Wanneer u een keuze maakt, is het goed om te kijken naar de verschillende fiscale gevolgen. Op deze manier kan u bepalen of het voor u verstandig is om een nabestaandenlijfrente of ORV af te sluiten. U kan de verschillende verzekeraars online met elkaar vergelijken, net als de verschillende producten waarmee u na uw overlijden zorgt voor financiële zekerheid voor uw nabestaanden.
Veelgestelde vragen
Is uw partner of familielid overleden en ontvangt u lijfrente? Dan hangt het bedrag dat u per uitkering ontvangt af van verschillende factoren, zoals het opbouwde kapitaal, de looptijd en uw leeftijd. De nabestaandenlijfrente berekenen kan u doen via verschillende websites, waar u de benodigde informatie dient in te vullen om een zo accuraat mogelijk resultaat te krijgen.
Als u nabestaandenlijfrente ontvangt, heeft u tijd om de uitkering in te laten gaan. Daarvoor heeft u het jaar van overlijden en de twee kalenderjaren die daarop volgen. Als uw partner op 1 juni 2023 overlijdt, heeft u tot 31 december 2025 om de uitkering in te laten gaan. Heeft u als partner een ANW-uitkering? Dan kan u de ontvangt van de uitkering langer uitstellen.
Wanneer u voor een extra inkomen voor uw nabestaanden wil zorgen, heeft u twee mogelijkheden: de nabestaandenlijfrente en de overlijdensrisicoverzekering. Bij de nabestaandenlijfrente zorgt u voor periodieke uitkeringen voor uw nabestaanden, terwijl zij bij de ORV een eenmalige uitkering ontvangen. Daarnaast kan u de inleg voor de nabestaandenlijfrente van uw belastingbaar inkomen in Box 1 aftrekken. Dit is bij de overlijdensrisicoverzekering niet mogelijk.
Ja, lijfrente is er niet alleen voor uw nabestaanden. Ook voor uzelf kan u middels een lijfrenteverzekering extra kapitaal opbouwen. Deze uitkeringen kan u bijvoorbeeld gebruiken om uw AOW mee aan te vullen indien er sprake is van een pensioengat. Komt u te overlijden gedurende de uitkering van de lijfrentepolis? Dan gaat de lijfrente naar uw nabestaanden, meestal uw partner.
Bronnen
Bij het samenstellen van deze pagina zijn de volgende bronnen gebruikt:
- Nibud
- Rijksoverheid
- Belastingdienst
- Wijzer in Geldzaken
- Websites van Verzekeraars